Motiveren tot Motivatie

 

Hoe komen we motivatie in de dagelijkse praktijk tegen? Mensen kunnen zichzelf motiveren. Het zijn onze eigen intrinsieke prikkels die gedrag oproepen omdat we iets waardevol willen bereiken. Maar motivatie kan ook van buitenaf worden gestuurd. Bijvoorbeeld omdat ervan buitenaf druk wordt uitgeoefend, zoals door een leidinggevende die dwingend iets oplegt.

Motivatie is een combinatie van intern en extern prikkelen. Het is onmogelijk om alle medewerkers in een organisatie volledig met externe prikkels te sturen. Medewerkers zijn geen machines en het is ook niet echt handig om er machines van te willen maken. Alleen al het feit dat medewerkers verschillend zijn maakt het volledig aansturen op basis van externe prikkels onmogelijk. Geen leidinggevende kan zoveel ballen tegelijkertijd in de lucht houden. Aan de andere kant geldt dat als medewerkers volledig gids van hun eigen gedrag zouden zijn het niet mogelijk is om sturing te geven. Het gevolg zou zijn dat geen samenhang en binding zou zijn. Medewerkers voelen ook niet de noodzaak om de eigen gids te willen zijn. Medewerkers streven op basis van de aanwezige talenten en de beschikbare autonomie tegelijkertijd hun persoonlijke doelen alsook de organisatie doelen naar. Medewerkers geven zichzelf instructies en staan open voor instructies van buitenaf. De combinatie van sturing van binnenuit en van buitenaf is een dagelijks terugkerend proces.

Er zijn in de loop der jaren veel motivatietheorieën ontwikkeld. Vaak kenmerkend voor de tijdsgeest van dat moment. Er is een behoorlijke diversiteit aan theorieën. De gemeenschappelijke deler is dat alle theorieën een beetje gelijk hebben. Ik vraag me dan ook af of we niet beter kunnen spreken van motivatiebeelden. Zonder alle onderzoeken en theorieën te kort te doen is motivatie niet meer en minder dan: de kracht achter de behoeftebevrediging. Waarbij emoties niet uitgeschakeld kunnen worden en waarbij juist emoties in de meeste situaties leidend zijn. Toch is het goed om kort een motivatiebeeld te betrekken. Bureaucratie.

Bureaucratie zie ik als een motivatiebeeld. Kenmerkend voor deze benadering zijn: duidelijkheid en overzichtelijkheid. Helderheid en overzichtelijkheid in rolvervulling, taakverdeling, gezagsverhoudingen, hiërarchie, verantwoordelijkheden, autonomie en bevoegdheden en dus ook in leidinggeven. We kunnen spreken van een overzichtelijke en duidelijke manier van werken waarin nauwelijks ruimte voor meedenken is. Daarmee bereik je optimale basis behoeftebevrediging. Als de motivatie factoren kloppen ontstaat er ‘Commitment’. Als beloning rechtvaardig is, als je eerlijk wordt behandeld, als er niet te veel verloop is in personele bezetting en als het individuele belang ondergeschikt is aan het groepsbelang dan heb je de voorwaarden op en rij waarmee medewerkers tot optimale prestaties komen. Een bezwaar is dat het accent op regeltjes ligt. Hierdoor ontstaat er nauwelijks verspilling wat vervolgens zal resulteren in ruimte voor doelgericht gedrag en dus autonomie. Medewerkers zullen gemotiveerd zijn en kunnen zich richten op het leveren van een bijdrage. Aan de andere kant geldt dat een situatie waar geen regeltjes zijn anarchie in de hand wordt gewerkt. Dit is een situatie die we absoluut niet ambiëren. De conclusie is mijns inziens dat het van alle tijd is dat orde goed is voor motivatie, maar dat overmatige controle als gevolg van regels dysfunctioneel is. Helderheid, autonomie, commitment en overzichtelijkheid dragen ten alle tijden bij aan motivatie.